Het is al meer dan 10 jaar geleden dat we een update hebben gekregen over de cijfers rond de manier waarop de Brusselaars zich verplaatsen. Gelukkig heeft de laatste OVG 6 enquête die tendens doorbroken.
Het goede nieuws is dat wandelen veruit de belangrijkste vervoerswijze is voor Brusselaars. De evolutie zet zich dus voort (+ 4 procentpunten sinds 2010) en bevestigt de trend die op te merken valt in menig stad die investeert in duurzame mobiliteit.
De fiets staat garant voor 9% van de verplaatsingen (3% in 2010), terwijl het gebruik van het openbaar lichtjes gedaald is tot 22% (24% in 2010) - mede door de invloed van COVID op de samenleving. De meest spectaculaire verandering die valt op te tekenen, is dat het individueel gebruik van de wagen gedaald is van 38% in 2010 naar 27% in 2022.
©Brussel Mobiliteit
Nochtans is er nog een lange weg te gaan om effectief van een wandelbare stad te kunnen spreken.
Enerzijds zien we meer kwalitatieve investeringen in de publieke ruimte, plannen die erop aansturen de openbare ruimte beter te (her)verdelen, de snelheid van het autoverkeer die vermindert, projecten die worden ondersteund om straten en pleinen te (her)beplanten... om er slechts enkele te noemen.
De keerzijde van de medaille legt echter belangrijke problemen bloot zoals trottoirs die niet breed genoeg zijn, beperkte toegankelijkheid voor iedereen, wegdek in slechte staat, te veel obstakels op de stoep... Het STOP-principe[1] passeert ieders lippen, maar wordt in werkelijkheid niet goed toegepast, voornamelijk bij projecten waarbij moet bemiddeld worden tussen verschillende voervoersmodi.
De cijfers spreken evenwel boekdelen: 45% van de verplaatsingen die Brusselsaars maken, zijn korter of gelijk aan 2 kilometer. Volgens de visie van de 10-minuten stad, zal dit cijfer enkel verder toenemen en zijn verdere investeringen dus broodnodig. Een deel van het probleem zit echter ook hier in vervat: het voetgangersbeleid wordt voornamelijk op gemeentelijk vlak bepaald waardoor de aanpak sterk verschilt tussen gemeentes en zelfs tussen wijken.
Het voetgangersbeleid van het gewest werd vastgelegd in het regionaal mobiliteitsplan Good Move en de belangrijkste geplande verwezenlijkingingen - de voetgangersboulevards - worden eindelijk grondig onder de loep genomen. Daarnaast wordt er stukje bij beetje gewerkt aan de herinrichting van regionale wegen, ook al is er nog geen duidelijk zicht op de realisatie van het volledige voetgangersnetwerk. Zoals we reeds aangaven, is de werkelijkheid erg uiteenlopend van gemeente tot gemeente en is het voetgangersbeleid vaak op dit niveau onderontwikkeld.
Na het zien van deze cijfers roepen we de volledige Brusselse politiek op om van te voet gaan een absolute prioriteit te maken, om de basisbehoeften van voetgangers te respecteren en om te investeren in duurzame mobiliteit. Zodoende kunnen we de modale verschuiving die de enquête aantoont, over de jaren heen effectief bevestigd zien.
Bron: Brussel Mobiliteit https://mobilite-mobiliteit.brussels/nl/news/de-brusselaars-rijden-minder-met-de-auto-maar-verplaatsen-zich-meer-te-voet-of-met-de-fiets
[1] Een principe dat gebruikt wordt bij de inplanning van publieke ruimte en mobiliteit waarbij prioriteiten worden gesteld rond de keuze van het transportmiddel. (Stappen, Trappen, Openbaar vervoer, Privévervoer)
Comments